Reisdagboek Corsica
Mijn vriend en ik zijn in juni twee weken op Corsica geweest. Het Franse eiland dat boven Sardinië ligt. In de eerste week verbleven we in het bergachtige gebied rond de Calanches de Piana. In dit blogje laat ik je zien hoe dat was.
De Calanches de Piana, dat aan de golf van Porto ligt, is een gebied waar je prachtige rotsformaties treft. In deze omgeving kun je wandelen, talloze panoramafoto’s maken, plaatsjes en kleine dorpjes bezoeken en gewoon heel erg genieten van de natuur. Samen met het natuurreservaat Scandola staat dit gebied op de werelderfgoedlijst. Dus dan weet je dat je goed zit!
Maar hoe mooi het ook is, een beetje scary is het wel! Denk aan hele smalle weggetjes met haarspeldbochten, waar bussen, motors, wielrenners en fietsers ook gerust overheen rijden. Van een opstoppingkje hier en daar moet je daarom ook niet opkijken. Wij waren in juni en daarom viel het nog wel mee, maar als je in juli of augustus gaat is het, denk ik wel drukker op de weg.
Een verblijf hier moet je dus combineren met wat gezonde spanning en een voorliefde voor natuur. Als je dat doet, zit je hier helemaal goed!
De eerste dagen van onze vakantie, waren wat miezerig en bewolkt. We gingen toen naar het kustplaatsje Porto, waar je een klein wandelingetje kunt maken naar een uitzichtpunt.
Uiteten gaan, lunchen, of een kopje koffie drinken, kan hier ook goed. Er zijn genoeg restaurantjes en terrasjes te vinden. Vooral ’s avonds is het hier mooi als je de zon ziet onder gaan in de zee.
In Porto hebben we ook een excursie naar het natuurreservaat Scandola gemaakt. Dit ging per rubberboot, waar twaalf man op kon. Je kunt natuurlijk ook voor een grotere boot kiezen, maar wij vonden met een klein groepje gaan het leukst.
Normaal ben ik eigenlijk niet zo gek op boottochtjes (misselijkheid enzo) maar deze trip viel in de smaak! Geen misselijkheid, wel twee keer mijn hoofd gestoten, maar dat terzijde. Dat had helemaal niets met de excursie te maken, haha.
Scandola, is scandalous mooi! Je vaart langs prachtige rotsformaties met hier en daar helder turquoise water. Echt magisch! In dit gebied mag niemand zwemmen, omdat het zo beschermt is. Daardoor is alles goed in tact gebleven.
We hielden een tussenstop in het plaatsje Girolata, een superschattig, afgelegen, klein kustplaatsje in een prachtig baaitje. Er wonen hier een tiental mensen samen met wat koeien die in de wei grazen. That’s it! Verder zijn er een paar terrasjes met zicht op aangemeerde bootjes.
Vrij idyllisch allemaal. Hier had ik wel langer willen blijven.
Als je dus in deze omgeving bent, zou ik je een wandeling naar de Golf van Girolata dan ook zeker aanraden. Dan kun je hier net zo lang blijven als je wilt.
Na de bootexcursie van drie uur gingen we een hapje eten in Porto en zagen we de zon in de zee zakken. Ik heb je de foto hiervan al eerder laten zien, maar dat weerhoudt me niet om een tweede te delen!
Wauwwwwww
Hierna reden we naar huis en stopten we onderweg voor nog meer adembenemende uitzichten. En om een potje pesten te spelen. Altijd leuk. (Ik had gewonnen)
In deze streek kun je, zoals ik eerder schreef, goed wandelen.
Wij hebben hier drie wandelingen gemaakt, waarvan er eentje best pittig was.
Maar laten we beginnen bij het begin. Een leuk wandelingetje is Chateau Fort, zo heet de route en het startpunt is gelegen aan de weg rondom de Calanche, bij Tête Chien.
Ik deed het op teva’s en zag zelfs mensen op slippers. Als je ervaring hebt met wandelen is dat best te doen. Wil je meer comfort en zekerheid, trek dan je wandelschoenen of sneakers aan, want onderweg moet je weleens klimmen en over stenen lopen. (zie hieronder een deel van het pad)
Het eindpunt is dit prachtige vergezicht.
Een andere mooie wandeling die we hebben gelopen begint bij Ponts d’Ota en gaat langs de Pont de Zaglia (pad heet Mare e Monti). Tijdens deze wandeling door brede bergkloven zul je de Genuese bruggen treffen.
Dit is een heel mooi en leuk pad, mits je je lunchpakketjes niet vergeet mee te nemen! He, loof? 😉
Grapje, ik zal onze relatieperikelen niet met je delen. De wandeling duurt 1.30 uur en is daarom een fijne activiteit, zonder te veel inspanning.
Een wandeling waar je wel flink moet klimmen en dalen en dat zonder beschutting, is de wandeling bij Capu Rossu. Dit is een vier uur durende wandeling over een pad dat bezaait ligt met veel losse stenen en grote rotsblokken waar je overheen moet klimmen. Bergschoenen aan dus.
In het begin van de wandeling viel het nog wel mee, maar naarmate het eindpunt in zicht kwam werd de klim zwaarder en steiler en ook hier en daar wat smaller.
Supermooi hoor, maar ook flink zweten! In alle eerlijkheid vroeg ik soms af waarom we dit ook alweer deden op vakantie.
Vroeg op de dag beginnen is daarom mijn beste tip en natuurlijk voldoende water meenemen. Oh en een banaantje en broodje mee is ook wel lekker. Of schrijf ik nu allemaal dingen die vanzelfsprekend zijn? Gek toch, dat ik dan geen liter fles water mee had.
Als je eenmaal de top hebt bereikt, dan heb je wel wat hoor. Rust hier ook gerust een uur uit, want de terugweg is niet perse minder zwaar en duurt natuurlijk ook twee uur.
Na zo’n dag is het natuurlijk zaligmakend om in het zwembad te springen.
Verkoeling! Boek! Wijn! Nootjes! Franse kaasjes!
Nu wist ik weer waarom het leuk is om pittige bergen te beklimmen. Voor het gevoel daarna.
Volgende keer komt het vervolg! Ik heb nog een aantal leuke tips voor deze streek en daarna vertel ik je over de tweede week op Corsica. Stay tuned.